Toespraak burgemeester Daphne Bergman Dodenherdenking 2025
Zondagavond 4 mei gaf burgemeester Daphne Bergman een toespraak tijdens de Dodenherdenking.
Eén mensenleven. Tachtig jaar. Zo lang is het geleden dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Een oorlog waarin mensenlevens niet telden. Alleen al in ons land kwamen meer dan tweehonderdduizend mensen om het leven. In vijf jaar tijd. Bijna niemand van hen haalde de tachtig jaar. Meer dan tweehonderdduizend mensenlevens te vroeg gestopt…
Voor mij telt elk mensenleven. Iedere dode als gevolg van onnodig geweld is er wat mij betreft één teveel. De gruwel waartoe de mensheid in staat is, valt bijna niet te bevatten. Denk aan de Holocaust, die het leven kostte aan ongeveer 6 miljoen Joden. Uitgeroeid door een agressor die deze mensen als zondebok aanwees. Denk aan de twee atoombommen die op Japan werden gegooid en honderdduizenden onschuldige het leven kostten.
Ja, die twee atoombommen maakten uiteindelijk definitief een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Maar was het bereiken van de vrede zoveel onschuldige mensenlevens waard? Of was er toch een andere manier? We zullen het antwoord op die vraag nooit weten. Maar voor mij is de belangrijkste les hiervan om – ook op deze plek – de wereld op te roepen een einde te maken aan atoomwapens.
Ook dichter bij huis heeft de oorlog mensenlevens gekost. In onze gemeente kwamen tientallen inwoners om door oorlogsgeweld. Wij herdenken hen sinds die tijd. Dus ook vandaag. Dat verdienen zij. Dat verdienen alle oorlogsslachtoffers. Want soms lijkt het wel of juist degenen die er niet om hebben gevraagd het hardst worden geraakt bij oorlog en geweld. Juist de gewone man en vrouw op straat. Juist die mensenlevens.
Beuningen was in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog geen rustige plek. Onze gemeente was vanaf september 1944 frontgebied. De oorlog was letterlijk naar ons toegekomen. Ten zuiden van de Waal de bevrijders; ten noorden van de rivier de bezetters. Het zorgde voor angst, onrust en onzekerheid bij onze inwoners. Aan de rand van de oorlog, maar er toch middenin.
Het waren in die maanden niet alleen de soldaten die het verschil maakten. Het waren juist ook de Beuningenaren. Zij gaven andere mensen een dak boven hun hoofd. Zij deelden hun eten met anderen. Zij hielden hun medemensen soms bijna letterlijk overeind. Een kleine daad maakte in die tijd al een groot verschil. Het toont onze (mede)menselijkheid. En het is van groot belang om die met elkaar te behouden.
Vorig jaar stond ik hier ook op 4 mei. ‘De wereld maken we samen’, zei ik toen. Met daarbij een oproep tot medemenselijkheid. Kijkend naar het wereldnieuws van vandaag de dag herhaal ik die oproep vandaag. Want de oorlog in Oekraïne is nog niet voorbij. De strijd in het Midden-Oosten nog niet gestopt. Verschillende wereldleiders spuwen dreigende taal. Naar elkaar en de rest van de wereld. Ook in ons eigen land is de sfeer wel eens relaxter geweest, laat ik het zo maar zeggen.
Toch weiger ik te geloven dat dit is wat mensen willen. Elk mensenleven is er immers één; ieder mens telt. Of dat nu gaat om een boerenzoon die wordt gedood bij een bombardement. Of het nu gaat om een verpleegster die het slachtoffer wordt van een droneaanval of om een soldaat die een fatale kogel om zijn oren krijgt. Een mensenleven is een mensenleven.
Het doet me goed om te zien dat er ondanks alles nog veel mensen zijn die wél hun nek uitsteken voor een betere wereld. Voor de vrede. Voor nog eens tachtig jaar in vrijheid. En nog eens. Als onderdeel van de activiteiten rondom tachtig jaar bevrijding zijn in onze gemeente veel initiatieven ontwikkeld. Zeshonderd schoolkinderen stonden hand in hand op de dijk. Een lint van verbinding, als symbool voor vrede en verdraagzaamheid. Op verschillende plekken zijn tentoonstellingen te zien, worden concerten georganiseerd en komen mensen bij elkaar voor een vrijheidsmaaltijd.
Bij al deze activiteiten zijn vrijwilligers in de lead. Mensen die zich actief inzetten voor het uitdragen van de vredesboodschap. Misschien zijn zij wel geïnspireerd door al die helden van toen. Al die militairen uit landen als Canada, de Verenigde Staten en Engeland. Mensen als sergeant Jack Osborne. Hij is één van de zes mensen die om het leven kwamen toen hun bommenwerper in juni 1943 uit de lucht werd geschoten boven Beuningen. Jack werd 21 jaar. Geen tachtig jaar. Geen volledig mensenleven…
Ik ben vereerd met de aanwezigheid van nabestaanden van Jack bij deze herdenking. Daarom zal ik nu enkele woorden in het Engels uitspreken:
Jack. A young man, only 21 years old, who gave his life in a terrible war—far too young to die. Jack was one of millions who perished between 1939 and 1945. But here, in our community, he stands for so much more. He and his fellow crew members are a symbol of courage, sacrifice, and most of all—freedom. Because of people like Jack, we live in peace. Because of them, our children can grow up safe and free. We never knew him, but we honour him. And we promise: we will never forget. Thank you. Your sacrifice lives on in our freedom. Thank you.
Met zijn allen vieren we morgen onze vrijheid. We dansen. We zingen en drinken een drankje met elkaar. Dat kan, omdat we in vrijheid leven. Wat mij betreft doen we dat in de volle overtuiging dat we onze vrijheid koesteren. Dat niemand van ons wil dat er over tachtig jaar wordt teruggeblikt op een nieuwe oorlog in ons land. Tachtig jaar. Eén mensenleven later.