Warmtenet: algemene vragen

De energietransitie is de overgang van het gebruik van fossiele energie (hout, kolen, olie en gas) naar duurzame energiebronnen, zoals energie uit de zon of wind, waterkracht en aardwarmte (geothermie).

Ja, dat is nodig. Met een warmtenet kunnen we aardgasvrije wijken realiseren en zo de uitstoot van CO2 tegengaan. Het klimaat verandert. Dat merken we ook in Nederland. We hebben steeds meer last van enorme stortbuien, perioden van grote droogte en hitte en een stijgende waterstand. Dit laatste zorgt voor verzilting van het grondwater. Daarom stappen we over op duurzame energie (dus geen olie, gas, kolen of hout). Dat kan met een warmtenet en – eventueel op termijn – andere warmtesystemen. Het streven is om een goede energiemix te krijgen (warmtenet, groene elektriciteit, e.d.).

Bovendien worden we zo minder afhankelijk van aardgasmarkt leveren. Producerende landen van aardgas en aardolie bepalen in grote mate de aanvoer en de prijzen van brandstoffen. Daar hebben we als Nederland niet veel invloed op. Het is goed als we ons wat meer onafhankelijk maken van dit systeem. Een warmtenet kan hiervan deel uitmaken.

De ontwikkeling van een warmtenet is een ingewikkeld proces dat lang duurt. De start van het proces is het opnemen van een warmtenet als kansrijke oplossing in de Transitievisie Warmte. Daarna volgt veel onderzoek naar de haalbaarheid en betaalbaarheid van de warmteoplossing. Als de onderzoeken laten zien dat een warmtenet een haalbare en betaalbare warmteoplossing is start een intensief participatietraject met inwoners en wordt gestart met het uitwerken van een uitvoeringsplan. Daarnaast moeten er overeenkomsten worden gesloten met samenwerkingspartners en zal de gemeente samen met deze partners een publiek warmtebedrijf oprichten. Dit warmtebedrijf gaat het warmtenet aanleggen, exploiteren en beheren. Dit vraagt veel tijd en inzet van mensen.

Concreet heeft het Rijk gemeenten geen opdracht gegeven om een warmtenet te ontwikkelen. Om de doelstellingen – alle gebouwen van het aardgas af - te halen, heeft de Rijksoverheid wel elke gemeente gevraagd om een visie te ontwikkelen over hoe zij in de toekomst het verwarmen van woningen en gebouwen wil regelen. Dat heet de Transitievisie Warmte. Er staat in op welk moment, in welke wijk en buurt en met welke technieken gebouwen aardgasvrij gemaakt kunnen worden. En met wie daarvoor moet worden samengewerkt.

Vervolgens maakt iedere gemeente voor eind 2026 een Warmteprogramma. Dat is een plan waarin gemeenten heel concreet vastleggen welke buurten op welk moment overgaan van aardgas op duurzamere warmtebronnen en hoe ze dat precies aanpakken. De ontwikkeling van een warmtenet is één van de mogelijke oplossingen
 

We gaan op zoek naar een andere, duurzame warmtebron. Dat kan bijvoorbeeld met inzet van zonne- en/of windenergie, met aquathermie (warmte uit water) of geothermie (aardwarmte). In Beuningen onderzoeken we de mogelijkheid om de warmte van Afvalenergiecentrale ARN te gebruiken als bron voor het warmtenet. Dat gebeurt al met succes in bepaalde wijken in Nijmegen.

Nee, dat kan niet. Nederland heeft in 2015 het Internationaal Klimaatakkoord ondertekend in Parijs. De afspraken die daar zijn gemaakt heeft Nederland in 2019 verwerkt in het Nederlandse Klimaatakkoord. Daar staat in dat Nederland in 2030 de CO2-uitstoot met 55% moet hebben verminderd in vergelijking met 1990. En in 2050 nagenoeg geen CO2 uitstoot (>98%). Er zijn aparte doelstellingen voor de industrie, voor de opwek van duurzame elektriciteit en voor de gebouwde omgeving.

Nee, de gemeente werkt samen met Afvalenergiebedrijf ARN, met het Gelders Warmte Bedrijf (GWB) en met woningbouwcorporatie Woonwaarts om het warmtenet te ontwikkelen.

Nee, dat is niet verplicht. Naar verwachting is het wel een goed en betaalbaar alternatief voor de huidige verwarming met de particuliere CV-ketel. Wordt in een wijk een warmtenet aangelegd, dan stopt op termijn wel de levering van aardgas in die wijk. Inwoners die ervoor kiezen om niet aan te sluiten op het warmtenet moeten dan zelf voor een alternatieve warmteoplossing zorgen

U bent vrij om te kiezen voor een individuele warmtepomp als alternatief voor aansluiting op het warmtenet

Iedere woning is geschikt te maken voor aansluiting op een warmtenet. Oudere, minder geïsoleerde woningen profiteren daar meer van, omdat de mate van isolatie daar minder hoog hoeft te zijn dan bij een particuliere oplossing. Het alternatief – bijvoorbeeld een particuliere warmtepomp – brengt hogere kosten met zich mee, omdat daarvoor wel een hoge isolatiegraad gewenst is.

De kosten voor de aansluiting op het warmtenet zijn nog niet bekend. Het uitgangspunt is wel dat er een kwalitatief systeem moet komen dat betaalbaar moet zijn voor inwoners.