Een aantal oplossingen en gebieden uitgelicht

Warmtenetten

In een aantal dorpen en buurten is een warmtenet een van de mogelijkheden. Dat geldt voor een groot deel van de kern van Beuningen en De Beuningse Plas. Hier is de warmtevraag hoog. Dat maakt een warmtenet redelijk kansrijk. Dat geldt in mindere mate voor Weurt en Winssen maar is zeker niet onmogelijk. Maar warmtenetten zijn niet de enige mogelijkheid. Individuele oplossingen, zoals een elektrische warmtepomp of een hybride oplossing, kunnen ook. 

In 2021 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om warmte af te nemen van afvalenergiecentrale ARN in Weurt. Voor Beuningen – inclusief Ewijk en industrieterrein Schoenaker – lijken er kansen te zijn voor afname van restwarmte via een warmtenet. Maar dit geldt ook voor Wijchen en Malden. Vervolgonderzoek is nodig. Ook willen we door gesprekken met onze buurgemeenten meer duidelijk krijgen of een warmtenet met restwarmte van de ARN (voor de kern van Beuningen en industrieterrein Schoenaker) mogelijk is.

Warmtebron voor warmtenet

Voor de ontwikkeling van een warmtenet is het belangrijk dat er voldoende en geschikte warmtebronnen zijn. In Beuningen vertaalden we dit in het uitgangspunt over een betaalbare en betrouwbare warmtevoorziening. Als de warmte van de ARN er komt, kan dit voor een groot deel van de bebouwde kom van Beuningen en Ewijk een warmtenet voeden. Maar het is nog niet zeker dat deze warmte in onze gemeente komt. We willen hier wel zo snel mogelijk duidelijkheid over geven. 

Er zijn in de omgeving nog andere warmtebronnen naast de ARN. Het winnen van warmte uit het water van de Waal is technisch mogelijk. Ook is er warmte bij de RWZI in Weurt en verschillende andere bedrijven. Deze warmtebronnen hebben vaak een lage temperatuur. Elektrische warmtepompen zijn dan nodig om de warmte ‘op te waarderen’. Ook is vaker een combinatie nodig met Warmte Koude Opslag (WKO) in de bodem. Dit betekent dat warmte (of koude) in de ondergrond wordt opgeslagen tot het moment dat het nodig is. Dit kan in de bodem van Beuningen. 
Of de bodem in onze gemeente geschikt is voor geothermie (aardwarmte) weten we nog niet. We verwachten dit niet op korte termijn. Al deze warmtebronnen zijn vooralsnog moeilijker in te zetten, beperkter of duurder dan de warmte van de ARN. 

Daarom onderzoeken we na het opstellen van de Transitievisie Warmte 1.0 eerst de haalbaarheid van een warmtenet vanaf de ARN naar een groot deel van de bebouwde kom in Beuningen en eventueel Ewijk en Weurt. Pas later onderzoeken we de mogelijkheden voor Winssen. 

Isolatieniveau aanpassen

Naast het haalbaarheidsonderzoek, is het belangrijk dat we de behoefte aan energie verder verkleinen. Dit kan door energiebesparende maatregelen en isolatie. Isoleren tot minimaal schillabel C of D is aanbevolen. Een schillabel is het energielabel van een gebouw zonder maatregelen zoals zonnepanelen. Het gewenste isolatieniveau hangt af van de temperatuur van het warmtenet. 

Een toelichting op de eerder genoemde technieken staat in het document ‘Verdieping hoe werken de oplossingen?’ Meer informatie over warmtebronnen in en rondom de gemeente Beuningen staat in het document ‘Verdieping: Warmtebronnen in en rondom de gemeente Beuningen’. Beide documenten vraagt u op via het contactformulier.

Individuele oplossingen

In de andere gebieden in onze gemeente kijken we op dit moment alleen naar individuele oplossingen. Het gaat vooral om buitengebieden en enkele buitenwijken, zoals Heuve en de Haaghe. Hier is de bebouwingsdichtheid lager. Dat maakt een warmtenet te duur.  We gaan er dan ook van uit dat hier geen warmtenet komt. 

All electric

Deze gebieden zijn vooral geschikt voor een all electric oplossing, bijvoorbeeld een warmtepomp. Gebouwen die pas zijn gebouwd, zijn goed geïsoleerd. De overstap naar een elektrische warmtepomp is in verhouding dan eenvoudig. 
Voor all electric oplossingen moeten gebouwen goed geïsoleerd zijn en minimaal schillabel B hebben.

Hybride warmtepomp

Hybride warmtepompen zijn in deze gebieden misschien een goede tussenstap. Het verduurzaamt het energiegebruik al voor een deel. In gebieden waar na 2050 geen gasnet meer is, is het kopen van een hybride warmtepomp tot die tijd een mooie tijdelijke oplossing. Een hybride warmtepomp gaat namelijk tien tot vijftien jaar mee. Het gasnet is in die tijd ook overal nog beschikbaar. Met een hybride warmtepomp is minder isolatie nodig dan bij all electric. Een woning isoleren kost dan ook minder. Ook netverzwaringen voor het elektriciteitsnetwerk zijn minder snel nodig.