Welke duurzame warmteoplossingen zijn er?

Er zijn verschillende duurzame oplossingen om gebouwen mee te verwarmen. Denk aan een warmtepomp, warmtenet of een gasnet met hernieuwbare gassen. Voorbeelden hiervan zijn groen gas of zelfs waterstof. Sommige oplossingen worden per gebouw gerealiseerd, zoals een warmtepomp. Dat noemen we een ‘individuele oplossing’. Elk gebouw heeft dan een eigen warmtebron.
Andere oplossingen zijn collectief. Een warmtenet is hier het bekendste voorbeeld van. Een hele straat, buurt of wijk deelt dan een warmtebron.

Duurzame warmteoplossingen

All electric (individueel)

Met een all electric oplossing gebruiken gebouwen alleen elektriciteit voor verwarming en warm water. Dit gebeurt meestal met gebruik van een warmtepomp. Een warmtepomp haalt warmte uit de bodem of de buitenlucht om huizen en gebouwen mee te verwarmen. Een warmtepomp gebruikt elektriciteit, dus het bestaande elektriciteitsnetwerk moet hier dan wel geschikt voor zijn. Het elektriciteitsgebruik neemt hierdoor dus toe. Soms moet de netbeheerder daarom het elektriciteitsnetwerk aanpassen. Dit is een belangrijk aandachtspunt als iedereen in een bepaald gebied kiest voor deze warmteoplossing. 

Gasnet met hernieuwbare gassen (individueel)

Bij een gasnet met hernieuwbaar gas verwarmen we huizen nog steeds via een gasnet en een cv-ketel. Dit is een duurzame oplossing als het huidige aardgas vervangen wordt door hernieuwbare gassen. Hernieuwbare gassen zijn groen gas (wat ontstaat door vergisting van planten) en waterstof (te maken uit bijvoorbeeld elektriciteit). Het staat echter vast dat er in Nederland niet voldoende groen gas of waterstof vrij komt om onze totale aardgasvraag te vervangen. Er is simpelweg niet genoeg plantaardig afval (om groen gas te maken) of duurzame elektriciteit (voor waterstof) beschikbaar. Het is nog niet bekend of er in de toekomst hernieuwbaar gas in de gemeente Beuningen komt en of onze gebouwen er dan gebruik van kunnen maken. Wel staat vast dat als dit er komt, we hier zuinig mee om moeten gaan. Het gaat dan naar de gebouwen die dit het meeste nodig hebben.

Hybride (individueel) 

Een hybride oplossing gebruikt zowel het elektriciteitsnetwerk (warmtepomp) als het gasnet (cv-ketel). Het is  een combinatie van gas en elektrisch. Een hybride oplossing is niet volledig duurzaam. Wel wordt er dan al veel minder CO2 uitgestoten dan met een gewone cv-ketel. Een hybride oplossing is vaak wel een goede tussenoplossing: beter dan de traditionele cv-ketel, maar nog niet volledig aardgasvrij.

Warmtenet (collectief) 

Een warmtenet bestaat uit buizen die gebouwen onder de grond van warm water voorzien. Een warmtenet is een collectieve oplossing: het wordt niet aangelegd voor één gebouw. Op een warmtenet is een groot deel van de gebouwen in een bepaald gebied aangesloten. Er is genoeg schaalgrootte nodig om deze investering terug te verdienen. Warmtenetten staan ook bekend als stadsverwarming. Een warmtenet heeft wel een warmtebron nodig, zoals geothermie (aardwarmte uit de diepe ondergrond), restwarmte van een fabriek of van stromend water uit de Waal. Dit laatste heet ook wel aquathermie. Om warmtebronnen op een lage temperatuur (zoals de Waal) te benutten, is een warmtepomp nodig voor de verhoging van de temperatuur. Hiervoor is extra elektriciteit nodig. 

Kanttekeningen bij keuzes voor duurzame warmteoplossingen

We proberen dubbele infrastructuur zoveel mogelijk te voorkomen. Dat ontstaat als er in één gebied een warmtenetwerk komt, terwijl op hetzelfde moment veel gebouweigenaren overstappen op elektrische warmtepompen. Ook willen we de situatie voorkomen waarin de meeste mensen overgestapt zijn op bijvoorbeeld warmtepompen, terwijl een paar gebouwen nog gebruik maken van het gasnet.  Er moet dan een groot (gas)netwerk beheerd worden voor een kleine groep gebruikers. Dat maakt de warmtetransitie uiteindelijk onnodig duur.

Verder vraagt een aantal duurzame warmteoplossingen om extra elektriciteit, zoals individuele warmtepompen en een warmtenet met lage temperatuur warmtebronnen. Het elektriciteitsnetwerk moet dit wel aankunnen. Er is netverzwaring nodig als grote delen van de bebouwde kom overstappen op individuele warmtepompen of een warmtenet met lage temperatuur warmtebronnen. Dit is duur en kost tijd om aan te passen. Bij het kiezen van de meest geschikte warmteoplossing speelt de netcapaciteit daarom een belangrijke rol. Dit vraagt om nauwe afstemming met de netbeheerder. In ons geval Liander.

Ook de ruimtelijke inpassing van nieuwe infrastructuur, zoals een warmtenet, is een uitdaging. Verzwaring van elektriciteitsnetten, plaatsing van warmtenetten, WKO-systemen en geothermie zorgen voor meer drukte in de bodem. Niet overal zal genoeg ruimte zijn voor netuitbreidingen of nieuwe, ondergrondse infrastructuur. Warmtenetten nemen bijvoorbeeld relatief veel ruimte in beslag. Daar waar ook nog kabels en leidingen lopen voor onder andere communicatie (internet, telefoon, televisie), drinkwater, elektriciteit, (groen) gas en riolering. Als deze kabels en leidingen verplaatst moeten worden, nemen de maatschappelijke kosten voor de aardgasvrije warmteoplossing natuurlijk toe. De totale maatschappelijke kosten-baten moeten daarom in beeld zijn voor er een definitief besluit wordt genomen. Ook dit vraagt weer om nauwe afstemming met bijvoorbeeld de netbeheerder en het waterbedrijf.

Tot slot is er in Nederland onvoldoende groen gas of waterstof om de totale aardgasvraag te vervangen. Er is simpelweg niet genoeg plantaardig afval (om groen gas te maken) of duurzame elektriciteit (voor het maken van waterstof). Het is nog niet bekend of er in de toekomst hernieuwbare gassen komen en of onze gebouwen er dan gebruik van kunnen maken. Mochten deze gassen er komen, dan zullen we hier zuinig mee om moeten gaan. 

Welke oplossing is geschikt?

Welke duurzame warmteoplossing het meest geschikt is, verschilt per gebied en soms zelfs per gebouw. Dit hangt bijvoorbeeld af van:

  • De aanwezigheid van warmtebronnen in de omgeving 
  • Het type gebouw en het bouwjaar
  • De gebouwdichtheid in een gebied
  • De geschiktheid van het elektriciteitsnetwerk en/of gasnetwerk
  • Het huidige energielabel van het gebouw en de potentie om het energielabel te verhogen
  • De mogelijke duurzame warmteoplossingen – de technieken – en de kosten daarvan

We zoeken als gemeente naar maatschappelijk aanvaardbare alternatieven voor aardgas. Dat hangt af van de mogelijkheden, maar ook de voorkeur en wensen van onze inwoners, eigenaren van gebouwen en andere betrokkenen. Willen we bijvoorbeeld het minst betalen, weinig overlast of zo min mogelijk ruimte verliezen in huis? Dit is voor iedereen anders. Een moeilijke keuze waar we met elkaar over moeten praten. Dat doen we nu nog niet. In de Transitievisie Warmte 1.0 vertellen we alleen wat de technische mogelijkheden op dit moment zijn. Bij Samen op weg naar een aardgasvrije gemeente Beuningen leest u de eerste stappen die we als gemeente zetten op weg naar een aardgasvrije gemeente.

Wat zijn de oplossingen in onze gemeente?

Op de onderstaande kaart staan de meest kansrijke duurzame warmteoplossingen voor onze gemeente op basis van huidige inzichten. Deze kaart noemen we de ‘WAT-kaart’. 
Dit is bepaald aan de hand van ‘maatschappelijke kosten’. Met maatschappelijke kosten bedoelen we de kosten voor de maatschappij als geheel. Dit is een optelsom van allerlei kosten, zoals kosten van gebruik van de warmtebron, het aanleggen of aanpassen van de nodige infrastructuur en de kosten om de warmte in een woning te gebruiken. De analyse van nu gaat uit van de oplossingen met de laagste maatschappelijke kosten: warmteoplossingen die voor overheden, organisaties en inwoners samen het voordeligst zijn. Maatschappelijke kosten worden ook wel ‘nationale kosten’ genoemd.

Beeld van de warmteopties als alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving. De beschrijving van de afbeelding is onder de afbeelding te vinden onder 'Uitgeschreven tekst afbeelding'. Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Uitgeschreven tekst afbeelding

Titel in afbeelding: Beeld van de warmteopties als alternatief voor aardgas in de gebouwde omgeving
Ondertitel in afbeelding:Transitievisie Warmte gemeente Beuningen
Conceptversie

De afbeelding toont een kaart van de gemeente Beuningen. Hierop staan de warmteopties op basis van de laagste maatschappelijke kosten aangeven per gebied in de gemeente.
Optie warmtenet. Er zijn geen gebieden specifiek aangewezen voor een warmtenet.
Optie individueel (warmtepomp of hybride warmtepomp met hernieuwbaar gas). Dit gaat om de gebieden Winssen Buitengebied Noord, Winssen Buitengebied Zuid-1, Winssen Buitengebied Zuid-2, Ewijk Buitengebied Noord-1, Ewijk Buitengebied Zuid-1, Ewijk Buitengebied Zuid-2, Beuningen Buitengebied Noord, Beuningen Buitengebied Zuid, Beuningen De Haaghe, Beuningen Hoeve-1, Beuningen Hoeve-2, Beuningen Hoeve-3, Beuningen Viermorgen, Beuningen Heuve-1, Beuningen Heuve-2, Beuningen Heuve-3, Beuningen Heuve-4, Weurt Buitengebied Noord en Weurt Buitengebied Zuid.
Optie nog te bepalen (warmtenet en/of individueel). Dit gaat om de gebieden Winssen Centrum, Winssen De Bongerd, Ewijk Centrum, Ewijk Vording-2, Ewijk Vording-3, Ewijk Veluwestraat, Beuningen Centrum, Beuningen Centrum Oost, Beuningen Duivenkamp, Beuningen De Linde, Beuningen Aalstervelden, Beuningen Olden Tempel, Beuningen Blanckenburgh, Beuningen Tinnegieter, Beuningen Den Balmerd, Beuningen Beuningse Plas, Weurt Noord en Weurt Zuid.
Optie onvoldoende gegevens of voornamelijk industrie. Dit gaat om de gebieden Beuningen Schoenaker, Beuningse Plas Plas en Weurt De Sluis.

De kaart is gemaakt door Royal HaskoningDHV.

Schaal: 1:40.000
Datum: mei 2021
Status: Concept

Het is belangrijk om een paar dingen te onthouden als u de WAT-kaart goed wil begrijpen:

1.    Deze kaart is geen definitief eindbeeld. Het laat zien welke warmteoplossingen er op dit moment zijn. Er worden nu nog geen definitieve keuzes gemaakt voor collectieve oplossingen. Er wordt eerst nader onderzoek gedaan.
2.    De grens per gebied ligt nog niet vast. Als het praktischer is om een gebied aan te sluiten op een warmteoplossing van een gebied wat er naast ligt, dan kan de grens anders lopen.

Meer informatie

Wilt u meer achtergrondinformatie over de WAT-kaart, vraag dan het document 'Hoe is de WAT-kaart bepaald?' aan via het contactformulier.